Wanneer de verschillende componenten van een lichtregelsysteem met elkaar communiceren bij het sturen van de verlichting, is het belangrijk dat ze elkaar ook effectief begrijpen. Zo moet een sensor zijn waarneming kunnen overbrengen naar de controller en moeten verschillende controllers ook onderling informatie kunnen uitwisselen. Maar ook actuatoren moeten het door de controller gebruikte communicatieprotocol verstaan om zelf de nodige actie op een correcte manier te kunnen uitvoeren.

 

De wijze waarop verschillende componenten met elkaar communiceren, kan op verschillende manieren ingedeeld worden. Zo kan er een onderscheid gemaakt worden tussen analoge en digitale communicatie. Bij analoge communicatie verloopt de communicatie steeds in één richting (geen bi-directionele communicatie). Een voorbeeld van analoge communicatie is 1-10V dimming. Bij bepaalde digitale protocollen is het daarentegen wel mogelijk om de componenten in twee richtingen met elkaar te laten communiceren. Dat is bijvoorbeeld mogelijk bij het DALI-protocol, het meest gebruikte protocol voor digitale communicatie in de verlichtingssector.

 

Behalve onderscheid volgens 'analoog' en 'digitaal' kunnen communicatieprotocollen ook ingedeeld worden volgens het medium waarover ze communiceren. Enerzijds zijn er de bedrade sturingen, anderzijds draadloze sturingen. Ze hebben elk hun voor- en nadelen. Hoewel bedrade systemen nog vaak geacht worden betrouwbaarder te zijn, is dat tegenwoordig niet noodzakelijk het geval. Mits een correct ontwerp en uitvoering van de installatie en het gebruik van kwalitatieve componenten kan draadloos net zo betrouwbaar zijn. Een belangrijk voordeel van draadloze systemen is dan weer dat ze geen bijkomende bekabeling vereisen voor de sturing. Zeker bij renovatieprojecten kan dit een belangrijk voordeel zijn.